Playmobil

Ik speelde vroeger graag met Playmobil.
Hele dagen kon ik mij verliezen in de verhalen die ik fantaseerde. Alles wat ik niet kon meemaken beleefde ik op de grond van mijn slaapkamer, omringd door plastic figuurtjes. Een professionele crossfietser, een vriendelijke piraat, een zwemwedstrijd. Fantastisch was het!

Ik heb zelfs een brief (oma spreekt) naar Playmobil geschreven, over een idee wat ik had voor een thema wat nog niet bestond: Een picknick.
Ik schreef vurig over vader en moeder (ik was nog lekker traditioneel) en kinderen, een picknickkleed, mand met broodjes en fruit, een bal.
Ik zag het helemaal voor me.
Nooit meer iets op terug gehoord.

Toen ik naar de brugklas ging, weet ik nog dat ik dacht: ‘Nu kan ik nooit meer met Playmobil spelen. Nu moet ik volwassen zijn’.
En van de ene op de andere dag raakte ik geen poppetje meer aan.
Vreselijk vond ik het.
Ik was er zelfs verdrietig om. Maar ja, ik was nu volwassen, met mijn brugpieper schooltas en agenda en huiswerk. Daar paste geen Playmobil meer in…

Gisteren kwam er een pakketje, mijn vrouw vroeg of ik iets besteld had.
Ik noemde eerst pritt, kladblok, een boek.
En… een doosje Playmobil.
Want, om met de woorden van Ellen DeGeneres te spreken:

“You’re never too old to play.
You’re only too old for low rise jeans.”